Kenmerken cipres
De Californische cipres komt van oorsprong uit het westen van de Verenigde Staten. Deze conifeer heeft blauwgroene tot gele naaldachtige bladeren en is geschikt voor gebruik als haag voor beschutting.
- Bodemsoort: De cipres gedijt in goed doorlatende zand-, leem- en kleigronden met een pH-waarde van 6,0 (licht zuur) tot 7,0 (neutraal). Vermijd een te natte of drassige bodem, aangezien dit de wortels kan beschadigen.
- Bloei: In het voorjaar (maart en april) produceert de Californische cipres kleine, onopvallende mannelijke (roodachtige) en vrouwelijke (blauwgroene) bloemen. Na bestuiving ontwikkelen zich groene ronde zaadkegeltjes, die in de herfst bruin worden.
- Biodiversiteit: Als haag bieden de cipres beschutting en nestgelegenheid voor vogels en kleine zoogdieren.
- Standplaats: De cipres gedijt zowel in volle zon als in halfschaduw. Een zonnige standplaats bevordert een dichte en gezonde groei.
- Weersbestendigheid: Deze conifeer is winterhard tot -20°C. Volwassen exemplaren zijn goed bestand tegen wind en sneeuw, jonge planten zijn kwetsbaarder voor strenge vorst en hebben extra bescherming nodig
- Levensduur: Als haagplant wordt hij 50 tot 80 jaar, afhankelijk van de groeiomstandigheden en verzorging.
- Groei: Afhankelijk van standplaats en cultivar groeit de cipres tussen april en september gemiddeld 20–50 cm per jaar.
Waarom symboliseert de cipres eeuwigheid?
Een cipres symboliseert eeuwigheid, omdat hij in veel westerse culturen wordt geassocieerd met onsterfelijkheid en leven na de dood. Vanwege hun lengte (soms meer dan 60 meter hoog) zouden ze voor gelovigen bijna letterlijk tot in de hemel reiken. In de oudheid plantten Grieken en Romeinen cipressen op begraafplaatsen als teken van rouw en verbinding met het hiernamaals.
De groenblijvende haagplanten groeien recht omhoog en leven lang, wat standvastigheid en continuïteit symboliseert. Traditioneel werd de cipres ook gebruikt vanwege zijn geneeskrachtige eigenschappen, bijvoorbeeld als kalmerend middel of bij luchtwegklachten.
Welke soorten cipressen zijn er?
Er zijn wereldwijd circa 25 soorten cipressen, verdeeld over meerdere geslachten binnen de cipresfamilie (Cupressaceae). Populaire soorten cipressen zijn de Italiaanse cipres (Cupressus sempervirens), Monterey cipres (Cupressus macrocarpa) en Californische cipres (Chamaecyparis lawsoniana). In ons assortiment vind je drie cultivars (gekweekte variëteiten) van de Californische cipres: de Blauwe cipres, Gele cipres ‘Stardust’ en Gele cipres ‘Ivonne’.
- Blauwe cipres (Chamaecyparis lawsoniana 'Columnaris Glauca'): Valt op door de blauwgrijze naalden en smalle, zuilvormige groei.
- Gele cipres 'Stardust' (Chamaecyparis lawsoniana 'Stardust'): Bekend om het goudgele loof en de gelijkmatige, dichte vertakking.
- Gele cipres 'Ivonne' (Chamaecyparis lawsoniana 'Ivonne'): Vormt een compacte haag met helder geelgroene naalden die goed hun kleur behouden in de winter.
Hoe plant je een cipres conifeer?
Je plant een cipres conifeer door een plantgat te graven dat net zo diep, maar iets breder is dan de kluit. Vermeng de uitgegraven grond met compost of aanplantgrond voor extra voeding. Plant voor een dichte haag 2 tot 4 planten per meter, afhankelijk van de grootte en de gekozen cultivar.
Zet de conifeer recht in het plantgat op een zonnige of halfschaduwrijke plek en geef 10-15 liter water per plant, zodat de wortels goed hechten. Een cipres groeit goed in de tuin, vrijstaand of langs een schutting als natuurlijke afscheiding.
Hoe verzorg je een cipres?
Je verzorgt een cipres door hem een plek in de zon of halfschaduw te geven, regelmatig te snoeien en jaarlijks te bemesten. Inspecteer de haag ieder seizoen op ziekten en plagen.
- Water geven: Geef tijdens langdurige droogte, vooral in de zomermaanden, wekelijks per plant 10-15 liter water. Beperk de watergift bij natte grond waar water niet goed wegzakt, om wortelrot te voorkomen.
- Bemesten: Strooi voor een gezonde groei en een volle haag, jaarlijks tussen maart en mei compost of organische mest, zoals koemestkorrels, rond de basis van de haag.
- Snoeien: Een cipres snoeien doe je in het late voorjaar (eind mei/begin juni) en eventueel nog een keer in het vroege najaar (september).
- Ziektes en plagen: Inspecteer de cipressen een paar keer per jaar op veelvoorkomende ziektes zoals wortelrot en de spintmijt (geelbruine vlekken op de naalden, fijn spinsel tussen de takken). Voorkom wortelrot voorkom door te zorgen goed doorlatende grond en spintmijt gedijt slecht bij een hogere luchtvochtigheid.
