Rode beuk

Eigenschappen van de rode beuk

De rode beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') heeft een dichte en rechtopgaande groeiwijze, waardoor hij ideaal is als haagplant. De donkerrode, ovale bladeren maken de rode beuk goed herkenbaar.

• Bodemsoort: De rode beuk groeit goed op zand-, lichte klei- en leemgronden. Bij voorkeur staan deze haagplanten in goed doorlatende grond met een beetje kalk en een neutrale tot licht zure pH-waarde. Hierdoor is hij minder geschikt voor zeer natte gronden.
• Biodiversiteit: De dichte structuur van de rode beukenhaag biedt beschutting en onderdak aan vogels, insecten en andere kleine dieren. De zaden (beukennootjes) en bladeren dienen als voedsel voor vogels, eekhoorns en insecten.
• Standplaats: De rode beuk gedijt goed in volle zon tot halfschaduw. Vermijd volledig schaduwrijke plekken voor optimale groei.
• Weersbestendigheid: De rode beuk is zeer winterhard en verdraagt temperaturen tot ongeveer -25°Celsius. Hij is bestand tegen sneeuw en wind, maar heeft tijdens droogteperiodes extra water nodig.
• Levensduur: Met de juiste verzorging gaat een rode beukenhaag meer dan 60 jaar mee.

Hoe snel groeit een rode beukenhaag?

Een rode beukenhaag groeit 30 tot 40 centimeter (cm) per jaar. De maximale hoogte is 20 tot 25 meter, maar als haag wordt Fagus sylvatica ‘Atropunicea’ maximaal 4 meter hoog gehouden. De groeiperiode begint in april en duurt tot juli of augustus. In de lente verschijnen de kenmerkende donkerrode bladeren, die in de herfst verkleuren naar oranjebruin en in de winter in de haag blijven zitten.

Bloeit een Fagus sylvatica ‘Atropunicea’?

Een Fagus sylvatica atropunicea bloeit in de maanden april en mei met kleine, onopvallende bloemetjes. De vrouwelijke bloemen zijn rechtopstaand en geelgroen van kleur, terwijl de mannelijke bloemen in trosjes aan lange, dunne steeltjes hangen. Vanaf augustus vormen deze bloeiende haagplanten vruchten, bekend als beukennootjes, die in een stekelig omhulsel zitten. In het najaar zijn ze rijp en vallen ze op de grond.

Hoe plant je een rode beukenhaag?

Een rode beukenhaag plant je door met een spade een geul of plantgaten te graven die tweemaal zo breed zijn als de kluit of wortels, maar niet dieper. Vermeng de uitgegraven grond met compost of aanplantgrond voor extra voeding. Zet de plant rechtop in de geul of het plantgat, met de bovenkant van de kluit gelijk aan het grondniveau. Houd een plantafstand van 3 tot 6 planten per meter aan voor een dichte haag. Geef na het planten flink water met een tuinslang of gieter.

Een rode beukenhaag planten doe je bij voorkeur in de herfst (september of oktober) of in het vroege voorjaar (maart of april), wanneer de groeiomstandigheden op hun best zijn. Een Fagus sylvatica ‘Atropunicea’ haag siert iedere tuin en kan vrijstaand worden aangeplant of langs een muur of schutting.

Welk onderhoud heeft de Fagus sylvatica ‘Atropunicea’ nodig?

Een Fagus sylvatica 'Atropunicea' heeft goed doorlatende, humusrijke grond en voldoende voeding nodig om optimaal te groeien. Deze sterke plant vraagt weinig onderhoud en gedijt het beste op een zonnige of halfschaduwrijke plek in de tuin. Wat hij niet verdraagt, is een natte of slecht doorlatende bodem.

• Fagus sylvatica 'Atropunicea' snoeien: Snoei voor een strakke, dichte haag de rode beuk tweemaal per jaar: in juni en in september of oktober.
• Fagus sylvatica 'Atropunicea' bemesten en water geven: Geef de haag tussen maart en mei organische voeding, zoals koemestkorrels, ter bevordering van de groei en de gezondheid. Geef om uitdroging te voorkomen de rode beukplanten flink water (10 liter per plant) tijdens lange droge periodes, met name in de zomermaanden.
• Ziektes en plagen: De rode beuk kan aangetast worden door de veel voorkomende schimmelziekte meeldauw (poederige aanslag op bladeren) of spintmijt (doffe, zilverachtige bladeren die uitdrogen en vroegtijdig afvallen).